Na een omvangrijke, gefaseerde metamorfose vinden technische start-ups en groeiende kleine ondernemingen een inspirerende werkomgeving voor hun business in de vroegere faculteit Chemische Technologie van de Universiteit Twente, The Gallery.

Het gebouw is een ontwerp van OD205 uit de jaren zeventig van de vorige eeuw en kent een aantal in het oog springende eigenschappen die nog steeds de basis vormen voor de nieuwe werkomgeving: een hoofdverdieping met een genereuze verdiepingshoogte en een volledig glazen gevel, die uitzicht biedt op een landschapstuin en het ernaast gelegen Pinetum. Onder de hoofdverdieping bevindt zich een servicelaag, waar in de nieuwe opzet ruimte is gemaakt voor een groot areaal overdekte parkeerplaatsen en voor kleinere kantoorruimten met een terras aan de tuin.

Door de flexibele opzet van het bestaande gebouw en de generieke en tijdloze eigenschappen van de bestaande architectuur, kon deze metamorfose zich nagenoeg geruisloos voltrekken. En het krachtige beeld van een groot glazen paviljoen op een langgerekte betonnen tafel in een prachtige tuin overtuigt opnieuw.

Het dak van de bestaande lange vleugels is aan weerszijden voorzien van twee rijen glazen daklichten die de nieuwe extra hoge binnenruimten in deze laagbouw van zonlicht voorzien. Met een aantal doeltreffende ingrepen zijn de bestaande klassieke laboratoria zo getransformeerd tot een nieuwe en eigenzinnige werkomgeving, die op een aangename manier afwijkt van het typische en alom tegenwoordige Hollandse standaardkantoor. Vanwege de omvang van het complex, het overstijgt het metrage van 30.000 m2 bvo, zijn centrale voorzieningen en publieksfuncties in het hart van het gebouw ondergebracht. Een langgerekte hal verbindt twee entrees en geeft toegang tot restaurant, vergader- en expositieruimten, waardoor The Gallery nog kan uitgroeien tot een adres voor conferenties en manifestaties.

In zijn nieuwe gedaante stimuleert The Gallery zo de versmelting van de universiteitscampus en het bestaande bedrijventerrein tot één Kennispark, waarbij het gebouw – bijna letterlijk – de etalage zal zijn voor een keur aan nieuwe pioniers van de techniek.